Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Mijn kracht is verdroogd als een potscherf, en mijn tong [23]kleeft aan mijn gehemelte; en Gij legt mij in het stof [24]des doods. 23. Zodat ik kommerlijk spreek. Zie Job 29:10. hfdst.137 vs.6. Ezech.3:26. of vanwege droogte en groten dorst. Zie Joh.19:28. 24. Dat is, in zulken staat, dat ik ben als een dode, dien men zal mogen begraven. Sommigen houden het voor ene gelijkenis, genomen van kampioenen, die uitgeworsteld hebbende en gans krachteloos geworden zijnde, in het stof, als doden, daarheen vallen.